Lang

Nieuws

Thuis / Nieuws / Nieuws uit de sector / Wat is het kwantitatieve doseerprincipe van een automatische vloeistofdispenser

Wat is het kwantitatieve doseerprincipe van een automatische vloeistofdispenser

Kwantitatieve verstrekking van een automatische vloeistofdispenser is een van de belangrijkste functies, waarbij zeer nauwkeurige vloeistofcontrole en -meting betrokken is.
Volumemeting
De kern van kwantitatieve dosering is het nauwkeurig meten van het vloeistofvolume. Om dit te bereiken maken automatische vloeistofdispensers gebruik van geavanceerde sensortechnologie, vaak met behulp van volumesensoren of debietsensoren.
Volumesensor: Deze sensor meet rechtstreeks het vloeistofvolume dat door het systeem stroomt. Zodra het ingestelde doelvolume is bereikt, stopt het systeem precies met het afgeven van de vloeistof. Volumesensoren zijn meestal gebaseerd op vloeistoftransmissiemethoden zoals peristaltische pompen en plunjerpompen, waarmee zeer nauwkeurige volumemetingen kunnen worden bereikt.
Debietsensor: De debietsensor bewaakt het debiet van de vloeistof door de leiding en berekent, in combinatie met de doseertijd, het daadwerkelijk afgegeven volume. Deze aanpak is geschikt voor complexere vloeistofdistributiesystemen, zoals vloeistofbehandelingssystemen met meerdere kanalen.
Precisieklepbediening
Om een ​​nauwkeurige kwantitatieve verdeling te bereiken, maakt de automatische vloeistofdispenser gebruik van een geavanceerd klepbesturingssysteem. Deze kleppen zijn meestal magneetkleppen, die nauwkeurig kunnen schakelen op basis van vooraf ingestelde stuursignalen. De schakelsnelheid en responstijd van de klep zijn van cruciaal belang voor een nauwkeurige volumeregeling.
Stuursignaal: Een stuursignaal gegenereerd door een ingebed computersysteem vertelt de klep wanneer hij moet openen en sluiten. Deze signalen worden berekend op basis van het door de gebruiker ingestelde doelvolume en debiet en zorgen voor een nauwkeurige dosering van vloeistof binnen de ingestelde tijd.
Systeemkalibratie en kalibratie
Om de nauwkeurigheid van de kwantitatieve dosering te garanderen, zijn automatische vloeistofdispensers meestal uitgerust met systeemkalibratie- en correctiefuncties. Dit omvat het regelmatig controleren en aanpassen van de sensornauwkeurigheid om de opeenstapeling van systeemfouten te voorkomen.
Volumekalibratie: De gebruiker kan het systeem kalibreren door een bekend standaard vloeistofvolume in te voeren. Op deze manier kan het systeem zich aanpassen op basis van daadwerkelijke metingen, waardoor de distributienauwkeurigheid wordt verbeterd.
Debietcorrectie: De nauwkeurigheid van de debietsensor kan worden gecorrigeerd door vergelijking met een standaardvloeistof met een bekend debiet. Dit zorgt ervoor dat het afgegeven vloeistofvolume consistent is met de verwachtingen van de gebruiker.
Temperatuur- en drukcompensatie
Veranderingen in temperatuur en druk van een vloeistof kunnen de dichtheid en vloeibaarheid ervan beïnvloeden. Daarom zijn sommige geavanceerde automatische vloeistofdispensers ook uitgerust met temperatuur- en druksensoren en compenseren ze tijdens het afgifteproces.
Temperatuurcompensatie: Afhankelijk van de temperatuurverandering van de vloeistof kan het systeem de dichtheid van de vloeistof aanpassen om ervoor te zorgen dat het gemeten volume waar is.
Drukcompensatie: Drukveranderingen kunnen schommelingen in de vloeistofstroomsnelheid veroorzaken. Door de druk in het systeem te bewaken en het openen en sluiten van de klep dienovereenkomstig aan te passen, kan de stabiliteit van de stroomsnelheid worden gehandhaafd.